We durven het haast niet bekennen. Markec had Golden Earring nog niét live gezien. Shande? Eigenlijk wel. Daar kwam zaterdag 25 augustus eindelijk verandering in gelukkig. Golden Earring stond op de affiche van Boerenrock en zette er een veel te korte maar uitstekende set neer. Het was genieten van onversneden, eerlijke en pretentieloze rock ’n roll van de bovenste plank. En eerst waren er nog The Scabs!
Swinnen & Co speelden een ei zo na thuismatch in Kortenaken. En de Diesterse rockers deden wat van hen verwacht werd: er een stevige lap op geven en een feestje bouwen. ‘Let’s Have A Party’ zat uiteraard in de set en dat is precies hoe je het optreden kunt omschrijven: inderdaad een feest. Géén grote verrassingen en The Scabs speelden misschien niet hun beste optreden ooit, maar het was toch weer enorm goed.
Er werd sterk geopend met ‘Keep On Driving’, meteen gevolgd door ‘(Ain’t No One Gonna) Take My Soul Away’ om vervolgens het Royalty In Exile-album te bezoeken met ‘You Don’t Need A Woman’ en het goed meegezongen ‘I Need You’. En dan volgde het eerder vermelde ‘Let’s have A Party’: stomend en ophitsend... met Guy die in het midden een party-speech gaf, afsloot met "dance dance", gevolgd door de “beep beep” en het "gossip about Snowy White: it turns out that she's a tranvestite"-gedeelte van deze onverwoestbare song. De tent, maar eigenlijk was dat al zo van bij de aanvang van het optreden, stond op zijn kop. “Den deze moogt g’ook meezingen” zei Guy en ultieme Scabs-popsong ‘Don’t You Know’ volgde.
Aangenaam verrast door een erg mooie interpretatie van ‘Stay’ (uit Skintight), gevolgd door ‘Can’t Call Me Yours’. Bij ‘She’s Jivin’’, swingend als de pest dat wel, zat het geluid niet echt goed en bas en drums overheersten. Jammer. Erg fijn was de Clash-cover ‘London Calling’. Het ging de heren goed af. Daarna was het tijd voor het obligate ‘Hard Times’ ingeleid door “ge gaat me moeten helpen want ik ben den tekst kwijt van dit liedje”, jaja. Tijd om terug te keren naar de roots van de band en een opzwepend en krachtig ‘Matchbox Car’ was ons deel. Met een subliem ‘Time’ werd weer wat gas teruggenomen. Blijft een erg knap nummer en dat mogen ze van ons altijd in de set steken.
“En nu tijd om allemaal Willy Willy te roepen!” maande Swinnen het publiek aan waarop de Vlaamse Keith Richards de overbekende riff van ‘Nothing on My Radio’ inzette. Nog zo’n Scabs-classic. Erg strakke versie! Guy Swinnen: “Het volgende liedje gaat over drank!”. Jawel, tijd voor ‘Robbin’ the Liquor Store’ in een lang uitsponnen feestelijke versie met als kers op de taart ermee verweven ‘The Magnificent Seven’ van The Clash en een rappende Guy Swinnen. Tevens het slot van de ‘main set’ maar de heren waren te vinden voor een bisronde en die werd op gang geknald met een smerig rockend ‘Come On’ gevolgd door een magistraal... ‘Crime Wave’!
Swinnen: “we kunnen nog één nummer doen, jullie wéten wat dat wordt! Nee? Jawel!” En Neil Young’s ‘Rockin’ in the Free World’ knalde over Boerenrock. We will, Guy, we will!
In het kleine halfuurtje wachten op Golden Earring zagen we heel wat twintigers afdruipen, de dertigers en veertigers die dat deden kwamen terug, voorzien van nieuwe drankvoorraad en er was ook een toestroom van een oudere generatie, onder hen wellicht ook leeftijdsgenoten van Golden Earring. Allemaal niet geheel onbegrijpelijk natuurlijk. Alleszins een zichzelf respecterende rocker, oud of jong, die blijft voor Golden Earring. Althans dat vinden wij toch. Het indrukwekkende drumstel van Cesar Zuiderwijk, de grote muur versterkers. Het zag er allemaal behoorlijk vintage hard rock ’n roll uit. En toen de grote lichten doofden, kon het spektakel beginnen.
Bandleden op, allen gehuld in zwart, en grijze kopjes behalve Barry Hay met gitzwart (geverfd) haar. De band zette meteen in met een goede rocker, ‘Identical’ uit het nieuwe album ‘Tits ’n Ass’ (2012) gevolgd door ‘Little Time Bomb’. Daarna nam Barry Hay het woord: “de eerste twee liedjes kennen jullie natuurlijk nog niet. Die zijn van onze nieuwe plaat, nu gaan we allemaal oude krakers brengen”. En het bleek meteen tijd voor een eerste classic. De herkenbare gitaarpartij, Georges Kooymans zingt “Here comes the night...”. Kortenaken genoot van een prachtig ‘Another 45 Miles’.
En The Earring besloot niets aan het toeval over te laten. De Boerenrock zou en moest volledig plat gaan. Dus pakte de band uit met de bom die ‘Twilight Zone’ heet. Wauw! Deze complexe song werd met veel bravoure en souplesse gebracht. Circa zeven minuten meegaan in de groove en vibe. Klasse. Daarna zong Hay over de 'First keys of his Cadilac'. Dat bleek ook een nieuw nummer uit ‘Tits ’n Ass’: een straight forward old school rock ’n rollsong.
De bekendste nummers werden duidelijk niet gespaard voor de bisronde want voor het we het goed en wel besefte stond de band een subliem ‘When The Lady Smiles’ te spelen, door menig keel meegebruld. Vraag niet waarom maar we wachtten op een scene in een tram met een non en één in een operatiekwartier. Die spraakmakende videoclip destijds, weet je nog wel? Deze overbekende Earring song was een gesmaakte herhaling van de waauw-ervaring die we bij ‘Twilight Zone’ beleefden.
En toen kondigde Hay een ‘special guest’ aan. Saxofonist Bertus Borgers (Herman Brood, Raymond van het Groenewoud) die de band ook vroeger al bijstond: zelfs bij de demo die tot het eerste platencontract leidde. Een man die wellicht altijd welkom is bij Hay, Kooymans, Zuiderwijk en Gerritsen. Met Borgers bracht de band een uitermate swingend ‘The Devil Made Me Do It’ met prachtige sax-solo van Borgers als mooie extra.
“This one’s for the bikers” leidde Hay een bloedmooi ‘Going to the Run’ in. Het kippenvelmoment van de avond was een feit. Wat een mooie ballad is dit toch. Gaat door merg en been. En toen was het tijd voor Markec om een beetje veel uit het dak te gaan. Want een nog nazinderend ‘Long Blond Animal’ werd gespeeld! Ooh! En die ‘ooh!’ kon aangehouden worden want – dan al en dus niet in de bisronde – gevolgd door een episch en extra krachtig ‘Radar Love’! Met een geweldige drumsolo van Zuiderwijk. We zijn geen fan van drumsoli. Maar er zijn de beroemde uitzonderingen zoals Deep Purple’s ‘The Mule’ en Led Zeppelin’s ‘Moby Dick’ en bij bepaalde optredens/ bands zien we het grààg door de vingers. En die drumsolo van Zuiderwijk was behoorlijk knap.
Een laaiend enthousiast publiek, een band on fire, en niets dat erop wees dat het al tijd was om af te ronden. Maar niets was minder waar.. Hay bedankte het publiek en de band ging af. Het mocht van ons gerust nog langer duren. Maar het was een festivalset natuurlijk. Gelukkig bleek een bisronde geen probleem. In die bisronde niet de allerbekendste nummers dus, maar wel een absoluut fenomenaal ‘She Flies On Strange Wings’: wat een aangename verrassing! En ook ‘Holy Holy Life’ hadden we niet zien aankomen.
Twaalf Earring songs: het is eigenlijk te weinig en haast onbegrijpelijk dat de band niet de afsluiter was. Een band als Golden Earring verdient het toch om dé hoofdact te zijn? Maar goed, het was fenomenaal goed: wat een rock ’n rollfeestje! En dat het naar meer smaakt: daar werken we aan. Op 2 februari speelt Golden Earring in het Casino Kursaal van Oostende. The Markec Files zijn ook van de partij. Dus ook volgend jaar kun je je aan een verslag van Golden Earring verwachten...
Verslag & foto's (The Scabs): © Markec
1 opmerking:
Ik vind de indrukwekkende prestaties van de backing vocalists bij The Scabs toch ook wel het vermelden waard. Je bent die knappe dames toch nog niet vergeten ;-)
Een reactie posten