Vorst Nationaal (Brussel), zaterdag 8 juni 2013. Wat gold was: ‘Tonight’s the Night’. Lang naar uitgekeken en op gehoopt: eindelijk nog eens een doortocht van Neil Young & Crazy Horse. We mogen niet klagen: Neil was de voorbije jaren regelmatig te zien in onze contreien. Maar een doortocht met de magische power noiserockers Crazy Horse: dat was weer even geleden (2001). Het bleek het wachten méér dan waard: we kregen maar liefst tweeënhalf uur onversneden gortdroge epische dwarse noise rock van de bovenste plank. Neil en de zijnen ontbonden al hun duivels. Lange uitgesponnen nummers, met een überstrakke Crazy Horse, geweldig gierende gitaarsalvo’s van Neil, één brok intensiteit, onverbiddelijk. Er was geen ontkomen aan ... Wat een avond!
Los Lobos mocht het feest op gang trekken in Vorst. Stipt om 20 uur begonnen de heren eraan. Met een goed uitgebalanceerde set stond Los Lobos ietwat gezapig maar aanvankelijk toch aanstekelijk zomers te swingen. Niets mis met de latino rock van Los Lobos. Maar de gezapigheid nam te veel de overhand en echt spannend werd het nooit. Zelfs ‘Will the Wolf Survive’ was eerder een steekvlammetje dan een groot vuur. Gewoon goed, niet memorabel. Al zijn de meningen verdeeld wat dat betreft...
De gehele tijd vroeg menigeen zich af: “waarvoor dienen die reusachige tv-schermen?”. En: “wat zou er onder die reusachtige flight cases op het podium zitten?”. Niet lang na het Los Lobos-optreden floepten de tv-schermen aan die het Crazy Horse logo toonden. Een aantal figuren verschenen ten tonele: zenuwachtig over en weer lopende en argumenterende heren met labojassen andere mannen gehuld in fluohesjes. Ze voerden een mooi toneeltje op. Op luide tonen van ‘A Day in the Life’ van The Beatles, georkestreerd door de ‘labojassen’, hesen de ‘hesjes’ de ‘flight cases’ omhoog. Natuurlijk, dàt hadden we kunnen weten: het waren gigantische fender-boxen die er onder verstopt zaten! De roadies, nog steeds met labojas, ontrolden het tapijt, alles werd klaar gezet. Even nog en ‘we would smell the horse’. Alle technici plaatsten zich in op één lijn op het podium, Neil Young & Crazy Horse stonden er plots ook tussen. De Brabançonne weerklonk. De vlag van het land werd ontvouwd. Een trukje dat ze natuurlijk overal toepassen. Maar over naar de muziek!
Het feest begon met een machtig en superpotent ‘Love and Only Love’ (Ragged Glory, 1990), vintage Crazy Horse. En van vintage gesproken; meteen gevolgd door het geweldige ‘Powderfinger’ (Rust Never Sleeps, 1979). Met fantastisch gitaarwerk van Neil, zoals we er nog meer zouden krijgen die zaterdag. Laat ons er niet flauw over doen: meteen het éérste hoogtepunt van de avond.
Dat ‘Psychedelic Pill’, van het gelijknamige nieuwe album (2012), een broertje is van ‘Drive Back’ (van ‘Zuma’, 1975), is overduidelijk maar allerminst storend, het heeft ook een gelijkaardige drive.
Ronduit magistraal was het epische ‘Walk Like A Giant’. Nu werden écht alle duivels ontbonden. Gitaren gierden onheilspellend, die soli van Young, dat totale bandgeluid: een wervelende 'wall of sound'. Nietsontziend, beangstigend, apocalyptisch en beklemmend. Op de tv-schermen werden archiefbeelden getoond van vroeger Crazy Horse-optredens. Het gitaargeweld mondde uit in één groot noise-feest. Het onweerde op het podium, een storm stak op, Neil klampte zich vast aan één van de Fender speakers. Wanneer de noise wat minder werd, kuste Neil zijn gitaarsnaren. Toen weerklonk die van ‘Live Rust’ gekende Woodstock sample: “No Rain, No Rain, No Rain...”. De rust keerde weer, het Crazy Horse-logo werd nu vervangen door de Woodstock-vlag.
Tijd om even wat gas terug te nemen. En Neil bracht het nog niet uitgebrachte ‘Hole In The Sky’, een mooi, haast poppy, lied. Crazy Horse mocht even gaan rusten en, enkel gewapend met akoestische gitaar en blues harp, zette Neil een bloedmooi ‘Comes A Time’ (1978) in. Ook mooi was de door de zaal massaal meegezongen Dylan-cover ‘Blowin’ In the Wind’: met Crazy Horse durft Neil dit wel eens met wat gitaarnoise te brengen, nu dus ‘puur’ en akoestisch. De knappe ballad ‘Singer Without A Song’ bracht Neil gezeten aan de piano, gaandeweg verschenen de Crazy Horse-bandleden weer ten tonele.
Opnieuw naar het nieuwe album dan. Met ‘Ramada Inn’ kwam opnieuw een epic aan de beurt. Ook hier was het genieten van de vele Young-soli. Wat een gitaarspel toch. En wat is dat nummer knap opgebouwd zeg. Fijn trouwens dat op die tv-schermen het musiceren van alle bandleden zo knap in beeld gebracht werd.
“How are you doing?”, vroeg Neil na al bijna anderhalf uur in de set. Met de erg sterke en nog immer okselfrisse ‘oldie’ ‘Cinnamon Girl’ (Everybody Knows This Is Nowhere, 1969) werd het tempo gevoelig opgedreven. Deze classic werd gevolgd door een gejaagd en lekker vuil rockend ‘Fuckin’ Up’ (Ragged Glory, 1990). De song evolueerde tot een heuse jam, met een mooie vocale rol weggelegd voor Frank Sampedro die het nummer in andere richtingen duwde. Neil duwde het op zijn beurt dan weer in de initiële richting. Sterk. De heren hadden er zichtbaar plezier in. Hebben we Neil ooit al zoveel zien lachen on stage? We denken van niet.
Wanneer het volgende nummer ingezet werd en dat even mis ging. Zei Neil “We Fucked up!”. Waarop Sampedro plagend: “We?”. Toen weerklonk het verhaal van ‘Surfer Joe en Moe The Sleaze’, een nummer uit het door sommigen verguisde album ‘Reactor’ (1981). Nee, dat hadden we niet zien aankomen. Een aangename verrassing en het klonk lekker.
Nog meer rock ’n roll: “Welfare Mothers make better lovers.. D.I.V.O.R.C.E.” – het klonk geweldig vitaal deze ‘Welfare Mothers’ (Rust Never Sleeps). En fijn om Buffalo Springfield’s ‘Mr. Soul’ te horen in de Crazy Horse-behandeling. De eerste noten en riff werden meteen herkend: een subliem ‘Hey Hey, My My (Into the Black)’ zette de zaal in lichterlaaie. “Rock ’n Roll Will Never Die”, zeg dat Neil Young het gezegd heeft!
Na een uitvoerig begroeten van hun publiek verdwenen Young & Crazy Horse rond kwart over elf van het podium, onder luid applaus en met een staande ovatie. En daar kwamen de witte labojassen weer! Plagerig werden de flight cases naar beneden gelaten, als het applaus dreigde minder te worden. Om uiteindelijk die cases nog maar even terug te hijsen. En daar stonden Neil en Crazy Horse weer.
Neil had ons nog een en ander te melden, dankte ons, zette zijn Crazy Horse in de bloemen, wenste ons een behouden thuisreis, “We’ll roll another number for ya”. En na dat mooie ‘Roll Another Number (for the Road)’ (Tonight’s The Night, 1975) kregen we nog een geweldig afsluitertje: ‘Everybody Knows This Is Nowhere’!
Het was 23.30 uur. We hadden er zomaar eventjes tweeënhalf uur concert opzitten, ook al had het van ons nog méér mogen zijn!
Het was een mooie afspraak met rock ’n roll. Altijd fijn wanneer de hoge verwachtingen ingelost worden en het één grote trip van genieten wordt. Een avond om in te lijsten: zo’n avond! We sure smelled the horse! Wat een concert!
Setlijst:
Love and Only Love/ Powderfinger / Psychedelic Pill / Walk Like A Giant / Hole in the Sky / Comes A Time / Blowing in the Wind / Singer without a Song / Ramada Inn / Cinnamon Girl / Fuckin'Up / Surfer Joe & Moe the Sleaze / Welfare Mothers / Mr. Soul / My My, Hey Hey /// Roll Another Number / Everybody Knows This Is Nowhere.
Verslag: © Markec
Geen opmerkingen:
Een reactie posten